TILBURG, 7 november 2024.
Sport is overal. Of het nu de Olympische Spelen zijn, voetbal, wielrennen: de kranten staan er vol van en het aanbod op tv en online is bijna niet te overzien. Dat was honderd jaar geleden natuurlijk anders, maar dat wil niet zeggen dat sport toen minder maatschappelijke betekenis had. De geschiedenis van sport geeft inzicht in onze eigen samenleving.
In Tilburg sport (1840-1940) Identiteit, diversiteit en distinctie benadert Thijs Kemmeren sport als sociaal-cultureel verschijnsel, en sportclubs als sociaal-culturele
verenigingen. In deze periode ontwikkelt Tilburg zich tot een moderne industriestad. Terwijl rond 1840 nauwelijks werd gesport, kende de stad zo’n honderd jaar later talrijke sportclubs en prima sportaccommodaties. Samen met cultuur, onderwijs, jeugd- en gezondheidszorg, politiek en economie werd sport een steeds belangrijker onderdeel van de Tilburgse gemeenschap.
Via bestudering van de geschiedenis van zes sporten (handboogschieten, wielrennen, voetballen, gymnastiek, korfbal en hockey) heeft de schrijver antwoorden gezocht op vragen als: wie waren de oprichters van de verenigingen; wat betekenden de sportclubs en de sportfaciliteiten voor de leden, maar ook voor de Tilburgse samenleving; hoe belangrijk waren de kampioenschappen en de topsporters; waarom werd voetbal razend populair maar korfbal en hockey niet; waar ging het eigenlijk om tijdens de talrijke derby’s?